14 Juli 2012 – Hieronder volgt mijn inspreekbijdrage in een commissievergadering van de gemeenteraad van 28 maart 2012. Dit was een indicatie van wat drie maanden later leidde tot het terugtreden van wethouder Nicolet Hoorn uit het college en vervolgens de val van de coalitie. De kern van het vertrek lag hem in het feit dat Nicolet Hoorn een hoge boom was die in de storm ontworteld werd en niet bij machte om zich als het riet te buigen in de wind. De ervaringen die ik met Nicolet Hoorn had, en aanleiding gaf tot een publiekelijke oorlogsverklaring, waren kennelijk ook voor de fractie van het CDA moeilijk te verteren. Hoewel deze kwestie inmiddels tot het verleden behoort, denk ik toch er goed aan te doen om op de website van de ABO één en ander in herinnering te houden.—Jan B. Kaiser

—-

Geachte leden van de commissie en wethouders,

Het college heeft gemeend het wenselijk te achten om mijn, aan hen en de raad toegestuurde mails in een vergadering van deze commissie te bespreken. Dit geeft mij de gelegenheid om wederom een filippica te houden. In de eerste plaats mijn dank dat men mij extra tijd heeft gegeven (een kwartier), maar ik geloof niet dat ik deze toegewezen tijd volledig nodig zal hebben. Ik zal proberen kort, bondig en prikkelend te zijn.

Allereerst wil ik beginnen met de omschrijving van het begrip integer. Integer betekent “wie altijd eerlijk en oprecht is, onkreukbaar, onomkoopbaar.” Men beticht mij te pas en te onpas dat ik en in het verlengde daarvan ABO niet integer zou handelen. Niets is minder waar. Vandaar voor de volledigheid een nadere definiëring van het begrip integer. Mijn taalgebruik is ongetwijfeld pijnlijk voor betrokkenen, maar wel degelijk oprecht en zeker onomkoopbaar, zelfs niet door speelgoedwindmolentjes van een zekere grootgrutter en bovenbaas uit ons dorp. Ik nodig het college uit het Bureau Integriteit Nederlandse Gemeenten te verzoeken hiertoe een onderzoek te laten instellen. Dan kunnen ze meteen de windmolentjes op de kamer van een wethouder meenemen.

De inhoud van de diverse mails is een ieder inmiddels bekend, hoewel een incidenteel raadslid mij te kennen heeft gegeven dat hij zijn e-mail niet wenste te vervuilen met dit soort berichten. Ik zal de diverse dossiers niet herhalen, doch mij beperken tot het beantwoorden van vragen van de raadsleden, mochten deze hierin überhaupt geïnteresseerd zijn. U proeft mijn scepsis al enigszins. Het is namelijk niet de eerste maal dat ik het genoegen heb gehad om in te mogen spreken in een commissievergadering: water naar de zee dragen, paarlen voor de zwijnen, boter aan de galg, de Nederlandse taal heeft een keur aan uitdrukkingen om dit soort ervaringen onder woorden te brengen.

Enkele Dossiers

Ik wil toch nog kort even stilstaan bij enkele “dossiers”. Cees van de Wetering heeft, zoals een ieder bekend, een eenmanszaak aan huis in de verkoop en het onderhoud van grasmaaimachines, gevestigd aan de Bovenheigraaf, een straat waar diverse andere bedrijven eveneens hun domicilie hebben. Ergo, op een steenworp afstand is een bedrijventerreintje gevestigd, Om onduidelijke redenen pikt de gemeente (naar willekeur?) deze ondernemer eruit om hem te verplichten een investering van 800.000 euro te doen om een nieuw terrein langs de rondweg te kopen en daar een pand te bouwen. Deze ondernemer wordt zeer binnenkort 50 jaar en deze investering slurpt zijn oudedagsvoorziening volledige op.

Vorige week heeft de gemeente besloten de termijn van de dwangsom die eind van de maand zou verlopen te verlengen tot augustus volgend jaar. Na vele, vele jaren tegen de muren van het gemeentehuis te zijn opgelopen is Cees van de Wetering volledig murw geslagen en inmiddels een gemakkelijke prooi  (excusez le mot) voor de wethouder geworden. Mededogen voor recht is wellicht een optie om zijn werk, dat valt in de categorie “kleine nijverheid” te gedogen onder voorwaarde dat het bedrijf bij pensionering van Cees van de Wetering (hij heeft geen rechtsopvolger) eindigt. Overigens is van buitenaf  aan het pand niet te zien dat er een bedrijfje in is gevestigd.

Het tweede schrijnende geval is dat van Gert Jan Pleiter, die “op verzoek” van de gemeente zijn autobedrijf van de Oostendorperstraatweg naar de Zwarteweg verplaatst heeft. Echter niet, zoals bij van Cees van de Wetering, is de dwangsom opgeschort tijdens de periode van verhuizing, met als gevolg dat hij inmiddels de deurwaarder op bezoek heeft gehad met de eis om maar even 52,000 euro op te hoesten, dit nadat hij zich tot de nek toe financieel heeft moeten committeren om de verhuizing te realiseren. Hoezo burgervriendelijk? Deze handelswijze wordt door mij beschouwd als een vorm van bestuurlijk natrappen en dat van een wethouder die zich christelijk noemt. Volledigheidshalve vermeld ik nog dat als laatste strohalm voor Gert Jan Pleiter, Nicolet Hoorn nog een gesprek met hem zal voeren. Voor beide gevallen vraag ik mij af of ik weer die parabel van de barmhartige Samaritaan af moet stoffen?

Dwangsommen

Over dwangsommen gesproken. Een willekeurig aantal bewoners van het recreatiepark Mulligen heeft een dwangsom van 2500 euro per maand gekregen zolang ze permanent in de vakantiewoningen verblijven. Aan een uitspraak van de bezwaaradviescommissie, die de bewoners in het gelijk stelt heeft het college geen boodschap. De zaak ligt nu bij de bestuursrechter, die recentelijk te kennen heeft gegeven meer tijd nodig hebben om tot een definitieve uitspraak te komen. Had men gewoon niet inhoud kunnen geven aan het oordeel van de bezwaaradviescommissie, een lichaam dat uitsluitend uit juristen bestaat?

Wat voor zin heeft dit lichaam als het college te kust en te keur diens uitspraken al of niet naast zich naar kan leggen? Nu lokt de gemeente weer een voor haar kostbare procedure uit, betaald door de burger van ons dorp. Omdat ze altijd haar gelijk wil krijgen, koste wat kost?

Zwembad

Vervolgens komen we aan het zwembad toe, waar de horecaondernemer, zonder enige vooroverleg, zomaar een nieuw contract voor de neus geschoven wordt met het verzoek of hij per jaar maar even twee keer zoveel aan de gemeente wil afdragen, dat terwijl het aantal bezoekers aan het zwembad terugloopt, en dus ook zijn omzet. De wethouder, die hiervoor verantwoordelijk was, heeft inmiddels zelf de rekening gepresenteerd gekregen.

Markt in Oldebroek

Een ander dossier, het verhuizen van de markt in Oldebroek van het plein voor het gemeentehuis (de Porseleinkast?) naar het plein naast de Olifant (het beestje krijgt binnenkort nog een naam). Deze verhuizing is in december plotseling uit de lucht komen vallen. De bouw van de Olifant heeft een jaar geduurd, maar de gemeente heeft niet de moeite genomen om de planologische voorbereidingen uit te voeren of hierover met betrokkenen vooraf overleg te plegen. Vandaar dat de marktverordening en het marktbesluit niet tijdig waren aangepast en toen de gemeente daar door bezwaarmakers op gewezen werd stond er met zoveel woorden in dat de nieuwe locatie van de markt in strijd is met bestemmingsplan.

Dit laatste kon tijdens een zitting  bij de bezwaaradviescommissie vorige week woensdag niet door de gemeente weerlegd worden. De juriste had helaas geen tijd gehad zich in betreffende artikel te verdiepen  (door een lid van de bezwaaradviescommissie betiteld als “toverformule”), maar dit punt wel opgevoerd in haar pleidooi. Bij de bestuursrechter was dit aspect (terecht) achterwege gebleven. Er is een gesprek geweest met Albert Kok (een week voor zijn vertrek), maar daarin gaf hij te kennen dat de kwestie “onder de rechter lag” en dat hij daarom geen uitspraken kon doen. Inmiddels heeft de voorlopige  voorzieningenrechter een bemiddeling gedaan, maar aan de tijdens de zitting door de gemeentelijke ambtenaren gedane toezegging een andere plek op de markt te vinden voor de –een penetrante stank veroorzakende– viskraam wordt geen inhoud gegeven, althans de bezwaarmakers zijn hiervan niet op de hoogte gesteld. De kraam blijft gewoon staan waar hij staat. De gemeente kan zich kennelijk veroorloven een rechter te desavoueren.

Gaan ambtenaren hun eigen gang?

Nog een laatste nieuwtje. Tijdens de voornoemde zitting van de bezwaaradviescommissie werd door de ambtenaren (die volgens een van de leden van de commissie namens het college sprak) bericht dat de kraam inmiddels verplaatst was. Bij controle jongstleden vrijdag bleek dit dus niet het geval te zijn. Moet ik nu tot de conclusie komen dat het college een loopje met de waarheid neemt, of gaan de ambtenaren gewoon hun eigen gang? Verder heeft het ambtenarenapparaat gemeend overhangende takken te moeten afzagen (door mij betiteld als verminking) van coniferen die op grond van het zalencentrum staan. Dit zonder enige communicatie met betrokkenen. Misschien iets voor de Rijdende Rechter? Maar ja, de eerste stap op de participatieladder is natuurlijk de moeilijkste.
Ik heb het college om opheldering gevraagd, maar nog geen reactie ontvangen.

Streeksterpad

Over het wandel- en fietspad Streeksterpad in Oosterwolde wilde de wethouder van ruimtelijke ordening op verzoek van Jan van Werven, zonder ruggespraak met anderen, autoverkeer toestaan (dat kan praktisch helemaal niet en bovendien is er een prima alternatief). Nadat omwonenden hier bezwaar tegen aangetekend hadden, heeft het college dit verkeersbesluit te niet gedaan, maar niet de moeite genomen dit aan bezwaarmakers mede te delen. Slechts nadat een beroep op de wet openbaarheid bestuur is gedaan heeft men, ruim nadat het besluit door het college was genomen, hierover vorige week een bericht doen uitgaan. Overigens wacht ik nog steeds op de uitspraak van het advies aan de gemeente van de bezwaaradviescommissie. Dat is kennelijk geheim.

Vervolgens komen we toe aan het ontbreken van een rolstoelvriendelijk pad tussen bejaardencentrum De Krone in Wezep en het winkelcentrum Meidoornplein. Na bemoeienis van de Christen Unie zijn er aanpassingen gedaan, maar onvoldoende. Zo zijn er afritten (roetsjbanen) maar ontbreken er opritten aan de overkant van de straat. Levensgevaarlijk (ik heb het uitgeprobeerd met mijn eigen rolstoel – ja, die heb ik nu ook). Helaas voor sommigen van u heb ik het weten te overleven. Ook een beveiligd zebrapad kan er niet vanaf. De gemeente is hierop gewezen, maar als antwoord kwam een oorverdovend stilzwijgen.

Hete hangijzers

En dan hebben we nog de twee, voor de gemeente hete hangijzers: de kwekerij van Harrie Viel aan de Feithenhofseweg, die uitbreiding van de nieuwbouw (Oldebroek West) verhinderd en waarvan de gemeente niet voornemens is om de opgelopen schade vanwege het niet tijdig toestaan van een uitbreiding van een kweekveld (begroot op circa 140,000 euro) aan hem te voldoen, en de kwestie van de “correcties op het bestemmingsplan Buitengebied 2007”, die helaas niet doorgevoerd kunnen worden als gevolg van verweer van Beerd van Loo, die zich met alle middelen verzet tegen de mogelijke bouw van een megastal als buurman. Ik heb mij in beide zaken voor de gemeente coöperatief opgesteld en bemiddelend opgetreden. Nicolet wil echter alleen maar nemen en helemaal niets geven, ook niet als het slechts om een verzoek om mededogen gaat voor (volledig) vastgelopen burgers.

Het betrof geen verzoeken van planologische aard of dienaangaande. Deze onderhandelingstechniek, in Den Haag zeer gebruikelijk, is volledig onbekend in onze gemeente. Men roept direct dat dit niet integer is. Ik vraag mij in alle gemoede af, waarom niet? De halsstarrige houding van Nicolet kan de gemeente zomaar 700,000 tot 1,400,000 euro gaan kosten, zijnde een vergoeding aan de projectontwikkelaar vanwege niet nagekomen toezeggingen. Dat is ongetwijfeld wel integer, maar kost wel een hoop geld. Verder zijn alle ruim veertig intensieve veehouders in het buitengebied feitelijk illegaal en mogen niet uitbreiden. Wie zal dat betalen? Aan de koppigheid van Nicolet zal een aanzienlijk prijskaartje verbonden zijn.

Door dit standpunt opteert Nicolet voor het conflictmodel (en volgens Adriaan derhalve het gehele college, want dat spreekt volgens hem immers met één mond). Ik ben zo vrij van mening hierover te verschillen. Kritiek op een minister betekent niet direct kritiek op het gehele kabinet. Hoeveel ministers zijn er niet tussentijds afgetreden, terwijl het kabinet gewoon bleef zitten. Ik zelf zie wel duidelijke verschillen tussen de benaderingswijze van de verschillende wethouders. Zo luistert Jan ten Hove wel naar de individuele burger en komt hij tegemoet aan hun legitieme verlangens. Ik denk hierbij aan de traplift van Dennis van de Kamp toen Jan ten Hove net wethouder was en het legaliseren van een tweetal jeugdonderkomens. Ik heb niets anders dan lof voor zijn wijze van besturen, iets waar Nicolet best een voorbeeld aan zou kunnen nemen. Ik vind het dan ook jammer dat hij binnenkort afscheid neemt. Maar dit terzijde.

Mijn verzoek aan de commissie is derhalve of zij zich een oordeel kan vormen en een advies aan de raad kan uitbrengen of zij als volksvertegenwoordigers inderdaad ook de belangen van individuele burgers in het oog moeten houden, met name wanneer deze de belangen van derden niet schaden, of dat zij het adagium aanhangt van “regels zijn regels, basta” en dat zij zich verschuilt achter vage begrippen als precedentwerking, de grote lijnen, etc., etc. Wellicht kunnen we een voorbeeld nemen aan Mauro, een individueel geval, dat onder druk van belangengroeperingen en de Tweede Kamer, toch niet naar Angola uitgezet werd, maar waar door (politicus) Minister Leers een mouw aangepast werd. Ach, dat was ongetwijfeld ook een oude koe, die zich niet integer gedroeg (wie de schoen past trekke hem aan).

Overigens voor de goede orde, A.B.O. is een oppositiepartij en als voorzitter van deze partij heb ik dan ook de vrijheid om als zodanig ongezouten oppositie te voeren. Wij doen zeker niet mee met het aloude volksvermaak, primaten zo eigen, van “vlooien”, of wel elkaar te pas en te onpas over de bol aaien.

Misschien voor sommigen onder u nieuw, maar de raad moet zich realiseren dat zij het hoogste bestuurslichaam is en geen papieren tijger, en dat het college hieraan uiteindelijk ondergeschikt is. Het arme college hoeft echt niet door de raad in bescherming genomen te worden, zoals leden van de CDA-fractie voorstaan.

—Jan B. Kaiser