Afgelopen raadsvergadering mocht de politiek van Oldebroek een besluit nemen over het compenseren van een boerenbedrijf in Oosterwolde. Een varkensboer heeft namelijk in 2018 zijn bedrijfsvoering gestopt  En maakt nu gebruik van de mogelijkheid om  een financiële vergoeding te krijgen via het Rijk. Deze rijksregeling voor sanering van varkensbedrijven is er om landelijk de stikstof-productie terug te brengen.

Bij beëindiging van een boerenbedrijf en verwijdering van stallen is er een  gemeentelijke regeling dat er maximaal 2 woningen op de vrijkomende grond mogen worden teruggebouwd. De reden dat de gemeenteraad apart over dit voorstel mocht beslissen is dat de varkensboer niet 2 maar 4 of meer woningen wilde terugbouwen in het buitengebied.

Dit om  het financieel sluitend te krijgen voor de varkensboer. De vraag is nu: Er zijn in de toekomst wel meer boerenbedrijven die willen of kunnen stoppen, moeten we daar dan ook gaan afwijken van de bestaande regels? Wat betekent dit dan voor het mooie landelijke buitengebied van Oldebroek? Bovendien zou het boerenbedrijf van de buurman van de varkensboer in de toekomst ernstig in de problemen kunnen komen doordat de nieuw te bouwen woningen binnen de milieucirkels (o.a. stank) zouden komen te liggen.

De ABO fractie is en blijft van mening dat hier het principe van gelijke monniken gelijke kappen moet worden gehanteerd. Geen uitzondering (precedent) scheppen. Bovendien is ABO er geen voorstander om een klein dorpje achter op een boerenerf te gaan bouwen. Verstening van het fraaie buitengebied is niet onze wens maar woningen bouwen op inbreidingslocaties binnen de bebouwde kom geniet wel onze voorkeur.

De voorstanders van het voorstel om wel af te wijken van de regels ( PVDA – VVD en SGP) spreken over maatwerk, dat moet kunnen. Echter de meerderheid van de gemeenteraad ( CU – CDA en ABO) is van mening dat we ons aan de bestaande regelgeving moeten houden.

Fractie ABO